honderden loopt. Uit een zeer rijken boedel volgt hier
alleen het „silver poppegoed"de miniatuurvoorwer-
pen in zilver: i tafeltje, tabaksdoosje, koetsje met 4
paarden, chaisje met 1 paard, spinwiel, vogelkooi, 2
stoeltjes, koffiemolentje, ketel en confoor, bierdrager-
tje, prikslede, kandelaartje, rek met 5 lepeltjes, 2
roostertjes, een half dozijn lepeltjes en vorkjes, schenk-
blaadje met flesch en roemers, trompet, blaker, bed-
pan, besem, stoofje en test, zoutvat, 2 tangetjes, troffel,
distel, 2 haspeltjes, trekpot, melkboertje, 2 zilveren
messen en een schaartje.
De juiste samenhang van al die van her en der bijeen
gebrachte zaken is moeilijk te achterhalen. Ook Zaan
dam had zijn beschilderde kasten en ook de Assen-
delftsche (Afb. 8) en die van Molkwerum (Afb. 9)
hebben een verdiende reputatie. Terecht echter merkt
Prof. De Vries*) op „De kleurenrijkdom van dit inte
rieur steekt zoozeer af bij den stemmigen toon van de
Hollandsche binnenkamer, dat hij een verklaring be
hoeft. Is er samenhang met de Skandinaafsche hoeren
kunst, die zich in een zelfde liefde voor felle kleuren
onderscheidt? Ondervond het interieur hier te lande
den invloed uit het Noorden, of omgekeerd, brachten
de Friesche handelsschepen de producten onzer kunst
nijverheid derwaarts, of eindelijk zijn beide de bewij
zen voor een gelijksoortige volkskunst, die zich in het
Germaansche gebied ontwikkeld had?" In hetzelfde
boek concludeert de heer Lunsingh Scheurleer, dat de
kleederdracht der vrouwen het palet der schilders be-
invloed heeft.
Wanneer men het eenzijdig conservatief karakter der
Hindelooper schippers in aanmerking neemt met hun
groot uitkiezend vermogen, dat hen met succes in
Amsterdam een keuze deed maken uit de schatten door
de Oost-Indische Compagnie aangevoerd
Zie literatuuropgave.
59