neerde Hercules, getuigden toch van smaak en zucht
naar schooner leven, welke later meer raffinement
kreeg in allerlei kostbare zilveren gebruiksvoorwerpen.
Het meest misschien wel komt de overgave aan het
handwerk tot uitdrukking in de vele miniatuur-voor
werpen, welke de Hindelooper naar modellen uit zijn
huisraad vervaardigde. Wiegen, laddertjes, „budden"
(ovale houten doozen met los deksel, bedoeld als reis
koffer), napjes, blaasbalgjes, stoofjes met den toover-
knoop, kortom geheel het huisraad tot poppen in eigen
kleederdracht werden geïmiteerd.
In de lange winteravonden van een seizoen van werk
loosheid zoekt en vindt de zeeman compensatie voor
het gebrek aan huiselijkheid, dat hij in de zomermaan
den moest ondervinden. Gewend als hij is te turen in
eindelooze verten als gevolg van zijn beroep, buigt hij
zich ter ontspanning gaarne over een klein stukje speel
goed en kerft zijn harde hand onderweg reeds het lang
door de jeugd gevraagde schoolbord of poppenwiegje.
Practicus als de zeeman van nature is, uit zich dit ook
in zijn gebruiksvoorwerpende donkergroene stoelen
met de stroomatten zijn alle ongelijk van hoogte.
Zoo ademt bij rijke verscheidenheid zonder overlading,
kleurenpracht zonder prikkelend schelle combinaties de
Hindelooper kamer een beate rust. Dit stadje aan zee
met zijn bevolking van zeevaarders en ambachtslieden
was een stapelplaats van primitieve kunstvoorwerpen
en een oord vol hooge beschaving. Te Hindeloopen
wordt Huizinga's vermoeden van den invloed der zee
lieden op de volkskunst bevestigd, daar hij hen betrekt
in den kring van cultuurproducenten.
„Het spreekt vanzelf, aldus de Leidsche hoogleeraar,
dat de kring der cultuurproducenten niet gelijk staat
met dien der intellectueelen. Door het begrip zoo te
vernauwen zou men immers niet alleen alles uitsluiten
wat hoerenkunst en volksgebruiken is, maar zoodoende
zou onze hoogste roem er buiten vallen, want de schil-
56