verscheidene exemplaren bekend zijn en waarop veelal
de wijze en dwaze maagden staan geschilderd. Op de
voorzijde wordt achtereenvolgens weergegeven: het
vertrek te paard uit het ouderlijk huis met mede
neming van den geldbuidel, het leven van verkwisting
met de vrouwen, waar hij, van alles beroofd, wordt
buitengezet, de vernederende taak van zwijnenhoeder
en tenslotte de terugkeer in het vaderlijk huis. Alles
met dit eigenaardig kleurrijke palet geschilderd, dat
dan ook de aandacht kan blijven boeien, terwijl de
vormgeving verre van voldoende is. De keerzijde ver
toont een zuiver als fantasie bedoeld landschap in
donkere tonen gehouden met berg- en boschgezicht.
Op den zijkant een zittende figuur, welke bezig is te
schilderen, geflankeerd door twee staande figuren.
Van het bijschrift is alleen nog te lezen „De coop-man
1720". Het meest interessant is wellicht de vierde
zijde. In een kamer door rondboogvenster verlicht met
tegen den wand een boekenkast, waarin zware folian
ten, zit een statige figuur van middelbaren leeftijd.
Achter hem staan naar kleeding en houding te oor-
Fig. 6. Beddebanltje uit Hindeloopen van 1720.
50