leverd zijn. De laagste schrijver was Beern Pijtter voor
ƒ4499, welke som wel aan nieuwbouw doet denken,
ofschoon de tijd rijkelijk kort schijnt. De kosten werden
gevonden uit den verkoop van de gronden voor den
stadsuitleg aan Nieuwe Weide en Nieuwestad.
De groei van de bevolking dwong steeds tot ver
grooting van het bedehuis. In 1658 werd de kerk van
een tweeden beuk in de lengte voorzien, zooals Scho
tanus wederom laat zien, doch de Zuidbeuk werd in
1892 bij een verbouwing gesloopt. Einde 1658 was alles
zoover gevorderd, dat men over kon gaan tot aan
besteding van de „kraak" of galerij alles van eecken
wagenschot". In de afscheiding van de kerk werden
vier opstaande deuren aangebracht „zoo hoogh ende
wijt datter een dood met bequaamen can deur ge
dragen worden".
Blijkens de rekening kostte deze bouw 6000 waar
voor 148 - 14 stuivers - o penningen voor het hout
van de fundeering, waarbij later nog kwam 96 - 5 st.
-op. wegens 700 balken eveneens voor de fundeering.
Bij de verbouwing werd de Noordpoort eruit genomen
en dicht gemetseld.
Claas Lijkles, een bouwmeester, welken wij her
haaldelijk in de archivalia ontmoeten, verdiende 200
aan de Zuidpoort, waarop het oude stadswapen boom
op grasgrond, waartegen rechts een hert, links een
hinde opspringt en het jaartal 1658 is aangebracht en
de speelsche invitatie
Des Heeren Woordt met Aendacht hoort komt
Daer toe met Hoopen Als Hinden loopen
In den loop van het volgend jaar ging de magistraat
tot verfraaiing van het inwendige over en ofschoon
er geen buitenlandsche studiereizen behoefden ge
maakt te worden, men betaalde aan Douwe Hartmans
toch een post „voor de kerck op de Joure te besien".
Olof Wijbes, de geelgieter, heeft ook de noodige
42