Halbertsma kennen, is in dezen adspirant-burge- meester wel vertegenwoordigd. De secretaris teekent hem als „een ongemeen groot, breed en swaar man tusschen de 40 ende 50 jaren old en scheen mij in het corte discours niet onverstandig nog onbescheiden te zijn". Hij verklaarde met zijn ambitie naar het bur gemeesterschap geen oogmerk te hebben „om premies, maar simpelijk alleen om burgemeester te wesen" Op het moment van hun bezoek was er slechts een burgemeester van 85 jaar in de stad aanwezig! Zijn verzoek werd ingewilligd, maar volgend jaar waren er vanwege de zeevaart alweer moeilijkheden, 27 Maart schrijft de secretaris van de regentes, dat in alle haast en buiten verwachting zal gebeuren, dat alle burgemeesters naar Holland en na drie weken naar Noorwegen en de Oostzee zullen zijn vertrokken, daar de laatste morgen naar Amsterdam zal vertrekken. Zoo zal de stad geheel zonder burgemeesters zijn en waar schijnlijk den geheelen zomer blijven, als tenminste de eenig overblijvende zijn reis naar Gotland aanneemt. Altijd opnieuw worstelde Hindeloopen met het pro bleem van de burgemeesters een gezond teeken voor de welvaart zoodat in 1695 Jan Ilpendam, vroeds- man en schoolmeester de honneurs had mogen waar nemen „omme de statssaeken zo van politie als justitie wel alleenlijk te verrichten en waer te nemen",zoo dat het wel nu en dan gebeurd is, dat hij „hem uijt de schoole heeft moeten absenteeren". Alle zaken in de stad zijn op de zeevaart afgestemd. In de instructie van de armenvoogden van 1662 leest men, dat het college uit acht personen zal bestaan nl. vier varenden en vier thuisblijvers. Om dé twee jaar gaan er van ieder twee af. De gelden voor de armen verzorging komen van de grootschippers, die ten dank van de genoten zegen voor een reis een half ducaton van 31 Vz stuiver moeten geven, terwijl de overgebleven victualiën zooveel mogelijk aan behoef- 22

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 32