beteekent veelal een misgreep. Als vaststaand moet
echter worden aangenomen, dat Hindeloopen, zoodra
de bodemveranderingen in deze streek haar beslag
hadden gekregen, den weg naar zee heeft gevonden.
Wanneer de opkomst van het Hanzeverbond valt waar
te nemen is ook Hindeloopen van de partij, want de
handelsactiviteit is van nature besmettelijk.
Reeds in het jaar 1325 treft men Hindelooper schip
pers aan in rekeningboeken van den ontvanger van de
nieuwe belasting op wol, wolvellen en andere waren
van vreemde kooplieden te Great Yarmouth in Enge
land. De schepen dragen karakteristieke namen en
voeren de meest uiteenloopende waren aan. De
„Godeyr" van Hugo de Hendelopen loopt binnen met
rogge, planken, ijzer en scheepsvatende „Gronewald"
met pek, planken, riemen talk en asch. De optimisti
sche „Blitheleven" heeft planken, ijzer, gerst en hout
in. In 1344 arriveeren weer Hindelooper houtvaarders
in de haven van New Castle on Tynede „Holigost",
„Godesfrende", „Rysenberghe" en de „Fersebeke".
Terwijl koning Edward III van Engeland in 1367 in
oorlog is met Schotland, verleent hij aan de kooplieden
Hugo Brounessone van Hindelopen en Tydeman
Atkynson van Stavoren vrijgeleide bij het vervoeren
van wol, leer en andere koopwaar naar Calais, mits zij
geen contrabandekoren, paarden of wapentuig naar
Schotland brengen.
Van hoeveel belang de diensten van de Friesche schip
pers voor de oorlogshandelingen waren, bewijst het
verbond van Albrecht van Zweden in 1370 met de
Hanzesteden, waaronder Hindeloopen, aan wie groote
handelsvoordeelen werden toegestaan. Wegens de ge
boden hulp aan den Zweedschen vorst in diens strijd
tegen Waldemar van Denemarken mocht Amsterdam
en later ook Hindeloopen op Skonen een kantoor stich
ten en een eigen voogd aanstellen om de rechtszaken af
te handelen. Onder de rechten, welke aan de vreemde-
11