plan en indeeling van deze huisjes waren tot voor kort
niet bekend. Het gelukte den heer J. H. Bouwman, die
met de restauratie belast is, met behulp van den direc
teur van het Friesch Museum Dr. A. Wassenbergh en
den heer G. Huttinga den vroegeren toestand te recon-
strueeren. Het zal niet overbodig zijn de vrijwel onbe
kende gegevens hier vast te leggen. De voorgevel, thans
in vrij bouwvalligen staat, die oprijst uit het water van
de Mienschar Wijken, vertoont de oorspronkelijke
kleine roode steen. De puntgevel zoowel van de voor
als achterzijde heeft een fries van gele steen, waarin
een lijst van afwisselend roode en gele steen in kopsch
verband. Eveneens zijn er vlechtingen en een top-
pilaster op een uitkraging van geprofileerde steen in
geel en rood. De ramen zooals deze thans zijn aange
bracht dateeren uit lateren tijd, doch aan de hand van
de aanwezige rollagen valt de oude plaatsing te her
kennen. De kozijnen zullen op hun oude plaats worden
aangebracht in de as van de vertrekken, hetgeen ten
gevolge zal hebben, dat er geen symmetrie is ten aan
zien van de onder en boven verdieping. Het zomer
huisje meet buitenwerks 3.60 X 6 M. Tegen de linker
vleugel staat nu een aflegering gebouwd, welke zal ver
dwijnen. Zooals het „litshuis" (G 96) op de Zijlroede
duidelijk laat zien en ook de sporen van de hardsteenen
stoep onder den vloer van de aflegering aantoonen,
was de ingang opzij, zoodat men letterlijk met de deur
in huis viel. De deur zal de bekende Hindelooper vor
men krijgenzwaar geprofileerde kozijnstijlen met
gesneden bovendorpel, opgeklampte boven- en onder
deur van smalle geprofileerde schrootjeswellicht ook
een ovaalvormig bovenlicht, zooals het huisje aan de
Zijlroede (B. 40), van glas in lood afgewerkt met een
halfsteens rollaag van afwisselend roode en gele steen,
het geheel opgenomen in een tympan van gele en
roode steen in kopsch verband. Dit tympan op zijn
95