achtergeblevenen over het verlies te troosten. De lang durige rouwtijd, waarover boven is gesproken is een uiting van het diepe smartgevoel, dat zich niet ontlaadt in geween, maar zijn grond heeft in het gesloten volks karakter. Doodsklokken luidend over Hindeloopen is het laatste van dit hoofdstuk, gewijd aan het familieleven van het goede stadje, dat reeds lang onder de „villes mortes" van de Zuiderzee is opgenomen- Scherp verzette men er zich steeds tegen een aantasting van het aanzien als stad. In 1783 scheen het stadje buitengesloten te zullen worden bij de vergeving van de ambulatoire ambten, daar de Stadhouder voornemens was op de grootte der steden te letten„en soude deselve niet langer als een stad worden aangesien". Hindeloopen voelde zich achtergesteld omdat men zelf volmachten ten Lands- dage benoemde„sonder dat ons vaderen en wij laag genoeg van denkbeeld zijn geweest de een of ander heer in te roepen om ons te regeren, maar dat aan ons zelve hebben gehouden en volmagten genomineerd hebbende niet alleen van overvloedige qualiteit, maar ook van een onbesproken gedrag". Annexatiepogingen in 1868 en 1922 leden ook schip breuk, voornamelijk wijl men vreesde het eigen karakter te zullen verliezen. Nog is het een kleine gesloten ge meenschap, maar de voorwaarden, waarop deze weer tot meer luister zou zijn te brengen, zijn niet meer aan wezig. De krachten hiervan zullen opgaan in andere, meer perspectief biedende, maar lang nog zal het zelf standig'karakter van dit zeevarend volk nawerken en invloed uitoefenen in onze vaderlandsche gemeenschap. 87

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 107