reeds treffen wij diens naam in Hindeloopen aan in
de St Nicolaas stringh, een stuk land onder de
jurisdictie der stad.
Een laatste, doch dubieus feest, is de „Schimmel
avond". In zijn oudste aanteekeningen schreef Hal-
bertsma: „de rijkdom, de weelde en de vermaken
telkens verdubbelende kregen de Hindelopers bij de
St Nicolaas nog een feest, dat er de staart van was.
Een week later hielden zij Schimmelavond als ware
het om de schimmel wel uit de overvloed van lekker
nijen te houden. In rijke huishoudingen kostte de
H. Nicolaas wel f. 200. Op Schimmelavond kregen de
kinderen een kleinere portie als ware het een toegift op
het vorige". Later moet hij zijn meening herzien
hebben en plaatst hij Schimmelavond op Oudejaars
avond.
Feestvieren was den Hindeloopers dus wel toever
trouwd en hoewel in dit stadje van bijna uitsluitend
zeevaarders het gildewezen niet tot bloei kwam, is het
toch ook nog eenmaal in Hindeloopen „de gilde viert".
Er is weinig meer bekend omtrent deze corporaties.
De keur voor de wevers bleef bewaard, maar levert
weinig specifieks in ons verband. Van de smeden weten
wij alleen, dat in 1672 het gilde door den magistraat
werd geliquideerd, „daer 't zelve tegenwoordigh be
staat in twee smeeden ende een slotmaker, die effec-
tivelijk, 't selve ampacht alhier oeffenen,die ook
lichtelijk malkanderen souden konnen verbinden ende
alsoo monopoliën konden oprichtenMede klachten
vernoomen, jaa zelfs bevonden, darse niet versien zijn
geweest van spijkers". Het schoenmakersgilde van
lateren tijd was eveneens van weinig importantie.
Van meer belang is het bakkersgilde. Volgens de gilde-
brief van 1671, die een vroeger verloren exemplaar
verving, was de burgemeester „Olderman" van het
gilde. Ieder jaar op Maandag na Koppermaandag
(dan immers was het feest van de nieuw verkozen
81