bedeeld, niettemin iets schoons voortbrachten. Tot de
werkstukken van deze groep, die men pleegt te noe
men de school van de Keyser, behoort het majestueuze
pand, het dubbele huis aan de Heerengracht 170, 172
tegenover de Driekoningenstraat. Zijn werk heeft
lang en veelvuldig nagewerkt. Van zijn zoon Pieter de
Keyser kennen wij het poortje van het Wijnkoopers-
gildehuis aan de Koestraat en den gevel van de
Saaihal aan de Staalstraat. Maar talloos zijn de woon
huisgevels, waarin de vormen van den grooten voor
ganger weerklank vinden.
Hendrick Corneliszoon de Keyser noemde zich in zijn
levensavond, in zijn testament: deser stede Steenhou-
der. Hij eerde daarin wel zeer duidelijk zijn ambacht.
Wie hem in zijn grootste kunst wil kennen, bezie het
bronzen beeld van Erasmus, dat bewaard bleef uit de
ramp van Rotterdam en het grafmonument van Prins
Willem van Oranje in de Groote Kerk te Delft.
Over Hendrick de Keyser is veel geschreven. Dat zal
gekomen zijn doordat het reeds genoemde boek Archi-
tectura Moderna van 1631 zoozeer de aandacht op
hem vestigde. De architect en kunsthistoricus A. W.
Weissman wijdde aan hem menig opstel. Dr Elisabeth
Neurdenburg maakte een groot en mooi boek over den
meester. Het is wonderbaarlijk zooveel gegevens over
dezen kunstenaar en zijn zonen en verdere familie
leden vergaard zijn. We leeren daaruit dat ,,Mr Hen-
rick steenhouwer van Amstelredam" bovenal beeld
houwer was, dat hij bij herhaling de levering van
steenhouwwerken en beeldhouwwerken aannam, voor
Amsterdamsche bouwwerken of elders in Nederland
of buiten de toenmalige grenzen, waartoe als het
meest bekende behoort de beelden in de galerij van
het Kasteel de Frederiksborg in Denemarken, te Hil-
leröd, een stadje benoorden Kopenhagen. Verder lee-
72