lijke indeeling nog aanwezig is, werden in den loop der jaren zoo dikwijls vertimmerd, dat men ze eerst leeg moet breken, den insteek er weer uit moet halen, om het voorhuis voor den dag te brengen. Dit ge schiedde enkele jaren geleden in een huisje aan het Walepleintje, officieel geheeten Oudezijds Achter burgwal 165. Het was een vroeg-17e eeuwsch huis met aan den gevel beneden een dikke houten pui met daar boven de overgekraagde puibalk met het eigenaardige ornament dat om en bij 1625 gebruikelijk was. Daar boven pilasters, die in den tijd erbij behooren, maar daarboven een veel lateren top met een klokgevel van de helft der achttiende eeuw. Het huis was dus reeds een keer verbouwd. Bij die gelegenheid was het glas in lood vervangen door ruiten in houten roeden. Bin nen kwam een echt voorhuis voor den dag. Een minia tuur-voorhuis, zooals trouwens het geheele huis eng en klein is, met eikenhouten deurtjes waar men nau welijks rechtop door kan. Dit huis gaf alles in uiterst klein formaat van het vroege Amsterdamsche woon huis. Een technische teekening van den plattegrond en de doorsnede verduidelijkt dit. Het huis heeft alleen licht aan de voorzijde. Achter is het gesloten. Er staat op den hoek van het Walepleintje aan den O.Z. Ach terburgwal een groep van drie tegelijk gebouwde hui zen. Wat aan het eene ontbreekt, is aan het andere te zien. Alle drie zijn zij van achteren dicht. Met een paar treden op komt men in het voorhuis. Daar is het begin van een eikenhouten spiltrap. Gaat men die an- derhalven meter op, dan komt men in de opkamer. Daaronder is het onderhuis, vanwaar men met een trapje komt in den kelder die onder het voorhuis is gelegen. Dit vormde met elkaar de woning. Onder huis en opkamer kregen tweedehands licht uit het hooge voorhuis, waarin de eikenhouten spiltrap zich 36

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 40