D e overgang van het houten huis naar dat met steenen zijmuren was ingevolge verordeningen tegen brand gevaar. Slechts één stap verder en het huis was ge heel van steen. Dat is te zeggen, de muren rondom. Want het inwendige bleef hout, maakt men in onzen tijd nog van hout. Deze verandering was niet tegen brandgevaar, maar wegens de deftigheid. Benoorden het Y treft men tal van huizen aan die geheel van hout zijn behalve de baksteenen voorgevel; dat staat deftig. HOOFDSTUK III HE T GOT HI SC H E HUIS Het oudste houten huis had laat-Gothische vormen, zooals te zien is aan het interieur van het huisje te Edam, waar het kalf van de deur peervormige pro fielen heeft. Er zijn in Amsterdam ook Gothische stee nen gevels geweest, maar daarvan is er geen enkele bewaard. De laatste stond aan een binnenhof aan de Prins Hendrikkade, de Kraaiengang. Dit huis werd in 1909 afgebroken. Men zag aan den gevel laat-Gothi sche motieven van een boogfries en lisenen en een kraagsteen voor een veelhoekigen pinakel. Ook het in wendige was merkwaardig. Een echt voorhuis met een spiltrap in den hoek en een kostelijke schouw in het onderhuis maakten het huis tot een groote merkwaar digheid. De tijd was toen nog niet rijp om de afbraak te verhinderen. Dat zou nu niet meer gebeuren. Er zijn nog maar weinig complete voorhuizen in Am sterdam. Ze zijn er wel, maar ze zijn niet te bezichti gen. Want de zeer oude huizen, waar de oorspronke- 32

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 36