plaats bestond uit haardsteenen, baksteenen blokjes
met een stempel, velerlei voorstellingen weergevend.
In de zoldering was een gat, een raveeling, met daar
op een houten, later gemetselde afvoer van rook met
een luik erin, waar men op den zolder de hammen in
den rook kon hangen. Zulk een open rookafvoer, de
voorganger van de schouw, is nog te zien te Enkhui
zen in een huis De Eendragt aan de Breedstraat no.
283; daar is de dwarsbalk „raveeling" met Gothische
motieven besneden. Dicht daarbij is een ander voor
beeld in het tot museum ingerichte Waaggebouw.
De vensters waren niet meer dan vakken in het houten
raamwerk. Daarin waren glas in lood paneelen, soms
vast, soms in naar binnen draaiende ramen met sier
lijk smeedwerk. Achter de vaste paneelen waren voor
de veiligheid staande staven, veelal getorst, de dief-
ijzers. De beweegbare ramen werden van buiten ge
sloten met luiken, soms draaiende aan de stijlen, ook
veelal onder en boven draaiend. Dan deed het onder
ste luik dienst als uitstalling van koopwaar en het bo
venste als afdekking bij regen en zon. Zoodanige lui
ken en een complete pui kan men zien te Monniken
dam aan de hoofdstraat door dit stadje, aan het huis
In De Bonten Os.
Deze samenstelling heeft eeuwenlang het Amsterdam-
sche huis beïnvloed. Lang nadat de houten bouwwijze
in onbruik is geraakt, ziet men opzij tegen de muren
nog de muurstijlen met sleutelstukken en karbeelen.
De oude Amsterdamsche woonhuizen, zoowel de klei
ne als de groote, dragen steeds in de samenstelling
de herinnering aan het alleroudste houten huis.
In het oudste Amsterdam was alles van hout: de hui
zen, de bruggen, de schepen, zelfs de vestingwerken.
Het is daarom niet te verwonderen, dat de samenstel
ling aan elkaar verwant is. Bij de constructie kwam
30