leerd in en door het ambacht, grondig bestudeerende
de goede voorbeelden uit het verleden en met de
school als aanvulling, zal weder tot iets goeds en
schoons kunnen leiden.
Om tot iets goeds en schoons en waardigs te komen,
zullen de ontwerpers eerst moeten leeren gehoorza
men. Er zijn menschen die doof zijn. Zij kunnen niet
hooren. De meeste menschen kunnen wel hooren, maar
zij doen het niet, evenals zij wel kunnen zien maar
volstaan met kijken. Zij praten maar door en luisteren
alleen naar zichzelf, ook als ze niet spreken. Zij moe
ten nog leeren gehoor te geven aan anderer stemge
luid en belangen, zooals zij nog moeten leeren zien.
Indien ze zich de moeite geven gehoor te geven en te
zien, zullen zij de waarde leeren begrijpen van wat het
verleden gaf. De wetenschap ligt op straat, zoo maar
voor het grijpen, want bouwkunst is overal. Eerst dan
zal men via hooren en gehoor geven, leeren gehoor
zamen aan de eeuwige wetten die door de bouwkunst
gaan.
Dan zal men vanzelf leeren wat voltooien is in de
bouwkunst. De bouwmeester levert zijn werkstuk af
en kijkt er in den regel niet meer naar om, tenzij hij
een brief krijgt ingevolge een artikel van het Burger
lijk Wetboek, waarin staat dat hij voor zijn gelever den
arbeid tot tien jaren na de aflevering aansprakelijk is.
Maar als de bouwmeester weggegaan is, gebeurt er
heel iets anders dan hij weet of vermoedt. De eigenaar
van het geleverde onroerende goed hangt de vlag uit
en tooit kortstondig zijn huis met vlaggendoek en
bloemen. Daarna - en reeds voor de voleindiging
komt een ongeziene kracht en macht en begint gelei
delijk, zoo langzaam dat niemand het opmerkt, het
architectonisch werkstuk in vollen tooi te zetten, te
238