HOOFDSTUK XVIII
DE WONINGBOUW
Sedert de beurs aan het Damrak gebouwd werd, ont
stond er een ommekeer in de bouwkunst. De gepleis
terde gevels en de namaak natuursteen, de geverfde
deur en het stuc-plafond hadden afgedaan. Gestreefd
werd naar eerlijkheid in de keuze van materiaal. Dat
heette toen redegevende bouwkunst. De gevels wer
den tot platte vlakken van baksteen zonder meer. De
aanzetten van bogen, drempels van vensters werden
gemaakt van ferme blokken zandsteen. In het geheel
lag iets van de echte oude Amsterdamsche bouwkunst,
de volkskunst van vóór de vreemde invloeden, van de
geveltypen tusschen 1625—1675, hiervoren genoemd.
Maar wat 't belangrijkste was, het proportiestelsel was
teruggekomen. De Koopmansbeurs is ontworpen op
een verhoudingsstelsel, gebaseerd op den bekenden
egyptischen driehoek, een rechthoekige driehoek met
liggende zijde van 4 en staande van 5.
De eerlijkheid ging verder, naar binnen, waar wan
den en stookplaatsen van baksteen gemaakt werden,
een terugslag die verder ging dan het Hollandsche
interieur ooit gekend had. Want in het oudste binnen
huis men kan het op de oude schilderijen zien
waren de wanden wit bepleisterd, afgewerkt met een
plint van gefigureerde kleurige tegels en een enkele
maal met eikenhouten lambrizeeringen. Schoon werk
baksteen in huis deed men nooit. Dat vindt men al
leen op plekken die niet bewoond werden, zooals de
steenen trappen in de dikke muren van den kerktoren
226