HOOFDSTUK XVII DE S7 IJ LM AM AAK Het moest een halve eeuw duren aleer Amsterdam was bijgekomen van de zegeningen van de Bataafsche Republiek, van vrijheid, gelijkheid en broederschap. Eerst omstreeks het jaar 1860 kwam er innerlijke kracht tot herleving. Het Noord-Hollandsch kanaal bracht weder schepen in de stad. Het Paleis voor Volksvlijt en het Amstelhotel zijn herinneringen aan den eersten wederopbouw. In dien tijd kwam het ver langen naar nieuwe en betere woningen. Binnen de veste was alles volgebouwd. Om bouwterrein te ver werven werden de vestingwerken gesloopt. Op de le dige plekken ontstonden de Sarphatistraat, de Wete ringschans, Marnixstraat. Dit feit, dat de onvolprezen schoonheid van het vestingstelsel rondom de stad met de 26 bolwerken met molens gewoonweg afgebroken werd zonder dat iemand er over treurde, is een beeld van den tijd. Alle schoonheidsbesef, alle eerbied voor het verleden was weg. Slechts materieele behoeften werden nagestreefd. Terwijl oudtijds het stadsbestuur bij elke noodige stadsuitbreiding een ontwerp liet ma ken, bleef dit achterwege. Zoo kon het gebeuren dat hier en daar buiten de Singelgracht buurten ontston den langs bestaande wegen en ter exploitatie van tot bouwterrein geworden weiden. De Muiderpoortbuurt. de Pijp, de Kinkerbuurt, de Staatsliedenbuurt zijn er de droeve herinneringen aan. Toen deze huizen nieuw waren, leken ze prachtig uit het oogpunt van volks woningbouw in vergelijk tot de volgepropte oude hui- 218

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 222