dige zolder gaf huisvesting aan nog een gezin. Zoo
kon het gebeuren dat een smal burgerhuis van weleer
door vier of meer gezinnen bewoond werd. Deze op-
eenhooping van menschen met den daaraan verbon
den hygiënischen toestand de watervoorziening was
de regenbak hielp mede om van den vroeger ge-
eerden ambachtsman een werkman en van de onge
schoolden proletariërs te maken.
Deze droeve verschijnselen gaven hun weerslag in den
woningbouw tot in onzen tijd. Het is nog niet zoo
lang geleden, dat verdiepingwoningen gebouwd wer
den met op elke étage een gezin, woningen waarvan
de deuren uitkwamen op het gemeenschappelijke trap
penhuis, zoodat de bouwverordening maatregelen
moest nemen om elke woning door één deur toegan
kelijk te maken.
In de eerste helft der 19de eeuw schijnt men te Am
sterdam weinig behoefte te hebben gehad aan nieuwe
woonhuizen. Er zijn althans weinig voorbeelden van.
Wel zijn er tal van andere gebouwen gemaakt. Eenige
kerken, de onlangs afgebroken R.K. kerk Geloof,
Hoop en Liefde aan den Singel, van 1820, de na den
brand herbouwde Nieuwe Luthersche kerk - de ronde
met den koperen koepel - aan den Singel bij de Haar
lemmersluis, de R.K. kerk Sint Anthonius, ook wel ge
naamd Mozes- en Aaronkerk (de beelden van deze
oud-testamentische patriarchen zijn in den achterge
vel in de Jodenbreestraat), een bouwwerk dat zich
lange jaren weerspiegelde in de Houtgracht, maar dat
na de demping ligt aan het Waterlooplein. Deze en
andere tijdgenooten men denke aan de afgebroken
koopmansbeurs op het Damrak van 1840 zijn goede
voorbeelden van de naleving van het ordenboek, ern
stige uitingen van bouwkunst waaruit monumentali
teit spreekt.
216