IX. Thans een huis met een plattegrond met twee bouwperioden. Het is bij oude woonhuizen een ge woon verschijnsel dat men daarin een aantal bouw perioden kan aanwijzen, dat een oorspronkelijke in deeling in lateren tijd werd gewijzigd door verbou wing of uitbreiding. Zoo is 't met het huis Heeren gracht 507, zoowel met den gevel als met den platte grond. De gevel is afgebeeld op blz. 212 met vermelding van wat daarmede is geschied. Zoo is 't ook met den plat tegrond. Deze omvatte een voorhuis, een trappenhuis opzij en 4 kamers, een indeeling verwant aan II, V en VI en gemaakt waarschijnlijk in 1676. Ongeveer in 1740 werd het huis verbouwd naar de gewijzigde in zichten en gemaakt van koopmanshuis tot heerenhuis. De breede entree, het voorhuis werd tot vestibule met stucwerk aan de wanden en het plafond. De kamers werden tot salons, de slaapvertrekken gingen naar bo ven. Toen kwamen aan den achtergevel twee groote uitbouwen, even hoog als het huis. De achtergevel werd herzien en bekleed met natuursteenen platen, lijsten en nissen, evenals de nieuwe aanbouwen. Hier door ontstond een fraaie cour, een openluchtzaal waar menig feest zal gegeven zijn. Meer uitvoerige mede- deeling over dit huis is in het 39e Jaarboek van het Genootschap Amstelodemum, 1942. Ten slot iets over de constructieve indeeling van het Amsterdamsche woonhuis. Als afscheiding der ver trekken kent men „schotten" en „muren", geen „wan den". In de oudste huizen zijn „schotten", bestaande uit uiterst dun eikenhouten schotwerk, nog geen cen timeter dik, waarvan de delen op vernuftige wijze in elkaar verbonden zijn en die met houten (later ge smeed ijzeren) nagels verbonden zijn op regelwerk. 202

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 206