marmeren vloer, soms met de glazen kap van het bovenlicht van de daaronder gelegen keuken. De gang heeft een vloer en een lambrizeering van Italiaansch marmer, arabescato, van gezaagde platen die zoodanig zijn aangebracht dat het natuurlijk ornament symme trisch is. Heel de gang is symmetrisch. Tegenover de kamerdeur is eenzelfde deur die vast is of voor een ondiepe kast in de dikte van den zijmuur. Het trappenhuis is kostelijk versierd, evenals de gang met ornament in stuc, in later tijd zoo dikwijls overgewit dat het ornament er vormloos van werd en dat het een tijdroovend en stoffig karwei is, dit stucwerk weer in de oorspronkelijke vormen voor den dag te brengen. De trappen zijn eerst nog van eikenhout, daarna van dezelfde soort hout, keurig geschilderd in groene kleur en met goud gehoogd. Maar het fraaist waren de kamers en de zaal. Hoe een voudiger de gevel werd, des te rijker werden de ka mers. De Fransche stijl bracht eerst om het haardvuur een marmeren mantel en daarboven een omsluiting, waaruit de schoorsteenmantel met schoorsteenboezem voortkwam. De kamers werden betimmerd met lam- brizeeringen, muurkasten, doekbespanningen. De zol deringen werden bekleed met plafonds van stuc of van hout met schilderstukken. De Amsterdamsche huizen der grachten geven er voorbeelden van in eindelooze afwisseling en stijluiting. Waar op gelet dient te worden is dat er vrijwel geen huizen zijn die nog in den staat verkeeren waarin ze gebouwd werden. De meeste zijn een of meer keeren naar den tijdgeest herzien. Zoo zijn er veel oude hui zen, die een hoog voorhuis hebben gehad en die later de 18e-eeuwsche indeeling kregen met de buitendeur en de gang opzij. Bij de breede huizen voorbeeld Keizersgracht 321 bleef de hoogte gehandhaafd be- 180

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 184