Toen de hoofdgrachten werden aangelegd en de stad,
die de gronden onteigend had, bouwterrein te koop
aanbood in ruime kavelingen, met voorschriften van
stoepen, rooilijn, achtergevelrooilijn, tuinhuis en nog
meer en toen de daar te bouwen huizen deftiger wer
den, werd de plattegrond met een kleine wijziging ge
heel voor bewoning ingericht. De slaapkamers gin
gen naar boven. De keuken was reeds beneden. Zoo
ontstonden er vier vertrekken, de voorkamer, de ach
terkamer of binnenkamer, de binnenplaats als een
openluchtkamer en in het achterhuis een groot ver
trek, de zaal. Deze zaal was iets nieuws. De indeeling
van plattegrond 5 geeft dit aan. De zaal was niet zoo
zeer voor eigen gebruik, maar meer voor ontvangst.
Vandaar dat de zaal vensters kreeg naar den tuin, die
sierlijk was aangelegd, maar niet naar de binnenplaats
die tot de woning behoorde en die door tegen de wan
den aangebrachte sierlijke betimmeringen tot een kos
telijk interieur werd gemaakt. Een goed voorbeeld van
een fraaie afgewerkte binnenplaats is in het van Brie-
nenhuis, eigendom van de vereeniging Hendrick de
Keijser, Heerengracht 284.
De indeeling van plattegrond 5 is geworden tot het
standaardtype van het Amsterdamsche woonhuis. Men
vindt ze van de meest ruime afmetingen (fraai voor
beeld Keizersgracht 321) tot de meest benepen afme
ting (fraai voorbeeld N.Z. Voorburgwal 66), maar
steeds aan dezelfde wetten gehoorzamend. De hooge
stoep met de buitendeur is opzij. Achter de deur is een
gedeelte breede gang als laatste aandenken aan het
voorhuis. Daarachter versmalt de gang. Terzijde van
de gang zijn een voorkamer en een binnenkamer, bij de
oudste voorbeelden door een muur gescheiden, bij de
latere typen, afgewerkt in Franschen stijl, met eene
„porte brisée" ertusschen. De binnenplaats heeft een
179