gevel. Binnen zijn alle balklagen met wat erbij behoort
nog aanwezig en de binnenplaats is te herkennen. De
achtergevel, nu wit geverfd en ontdaan van reclame,
verbergt ongetwijfeld een der oudste en merkwaar
digste gevels van Amsterdam. We hebben hier te doen
met een opvolgend type, weergegeven op plattegrond
3. We zien hier het aloude voorhuis met de deur in
't midden. Wegens een benoodigden keldertoegang is
een straatje voor het huis gemaakt, als eerste stap
om een stoep van den openbaren weg te verwerven.
In het voorhuis is een schouw en de trap is eruit. Dit
vertrek is daardoor meer bewoonbaar geworden. Men
woont erin of oefent er een ambacht uit of een nering.
De neerslaande luiken, horizontaal uitgezet, vormden
de uitstalling, afgedekt door een luifel, die als op
volgende aanval op uitbreiding buiten de rooilijn werd
aangebracht. De nering die vroeger in een insprin
genden hoek, een winkel (als bij winkelhaak) werd
uitgeoefend, vond huisvesting in het voorhuis, zoo
dat er een timmerwinkel kon komen. Hans van Steen
winkel bracht later den naam tot buiten de grenzen
door met zijn zoon den Deenschen koning te dienen
in den Frederiksborg te Hilleröd benoorden Kopen
hagen, waaraan Hendrick de Keijser het beeldhouw
werk van de Koningsgalerij leverde, vervaardigd in
diens steenwinkel aan den Groenburgwal, toen Ver
versgracht geheeten.
Achter het voorhuis is een vertrek ontstaan, waar
gekookt werd en dat daarom keuken heette. Dit ver
trek kreeg, als belangrijke verbetering met voorheen,
licht van de achterzijde uit een binnenplaats. Een deel
was met een binnenmuur afgescheiden tot een portaal,
een bijkeuken, een breede gang waarin de spiltrap
werd ontworpen. Een dergelijken plattegrond had het
prachtige huis te Middelburg aan de Dwarskaai, ge-
174