noodig was. De tegels gaven, in flinke vakken toege
past, kunstige ornamenten, die men niet ontwaart wan
neer men één tegeltje in de hand heeft, maar die men
kan zien bij de groote vakken in de tegelverzame
ling van de musea en van enkele particulieren. Buiten
den vloer, de witte wanden en de kleurige tegeltjes was
alles eikenhout: de deuren en vensters, de muurstijlen
en karbeelen, de moerbinten en de kinderbalkjes, de
stoelen en tafels en kasten en alles wat er in huis was,
de mangelplank en de stoof, alles eikenhout dat door
den tijd donker moest worden.
Het type huis dat door den plattegrond 2 wordt be
doeld is in den tijd vast te stellen op de tweede helft
der 16e eeuw, afgerond tusschen 1550 en 1600. Hoe
zulk een voorhuis eruit zag is te zien op de afbeelding
van blz. 33, waarbij opgemerkt wordt dat hier een ver
waarloosde staat op de foto is vastgelegd, waarbij zelfs
het venster naar het onderhuis met planken is dichtge
maakt. Een gaaf voorbeeld, hoewel uitermate klein,
is te zien in het reeds genoemde huisje aan het Wale-
pleintje, O.Z. Achterburgwal 165.
Wanneer we langs het Damrak wandelen en daar
kijken naar de huizen van de Warmoesstraat die
uit het water oprijzen, dan zien we kort achter de
gevels de toppen van achtergevels. Daar staan dus
twee huizen achter elkaar. Gaan we van de zijde der
Warmoesstraat erin, dan ontdekken we dat aan de
zijde van de straat een huis is, daarachter een open
hof, een binnenplaats, en dan nog een ondiep bouw
werk, een pakhuis, dat met den achtergevel aan het
water ligt. Van de meeste dezer huizen is in lateren
tijd de binnenplaats volgebouwd. Een merkwaardig
voorbeeld is het huis Warmoesstraat 42, waar men 't
van buiten niet aan ziet wegens den 18e-eeuwschen
173