den nok gaande. Op den zolder is in dit rookkanaal een houten luik waarachter een ijzeren hangstaaf is om de vette hammen te rooken. Zulke stookplaatsen aan den wand, zonder schoorsteen, met fraai besneden raveeling zijn te zien te Enkhuizen, in het Waagge bouw en in een woonhuis aan de Breedstraat waar in den gevel de Hollandsche Leeuw staat. Wellicht is in oud Amsterdam nog een voorbeeld bewaard gebleven. Nog een stapje verder, dan komen in den muur schui ne, schore steenen, waarop de schoorsteen gemetseld wordt. Dan ontstaat de schouw met zijwangen, later zuiltjes, met de schouwkap van steen, later met eiken hout betimmerd. De afgebeelde plattegrond 1 met de doorsnede behoort bij het soort huisjes dat in hoofd stuk II wordt behandeld, waarvan het beste voorbeeld is het daarin genoemde en afgebeelde huisje aan de Achterhaven te Edam. Van het meubilair van deze huizen van vóór 't jaar 1500 is weinig bekend. Wat men ervan weet is te leeren van enkele oude schilde rijen, houtsneden en boekprenten. Het zitmeubel was de schemel, een vierkante, driehoekige of ronde plank met ingeboorde gaten waarin de pooten, niet veel meer dan dikke stokken, gedreven waren. Soms loopt een van de pooten door en doet met een dwarsplankje dienst als rugleuning. De tafel was van dergelijke sa menstelling, zooals oude houtsneden afbeelden. Men vindt dit onderwerp vakkundig uitgewerkt in Prof. W. van der Pluijm's deel in de Heemschutserie over het Nederlandsche binnenhuis en zijn meubels 1450—1650. Onze bedoeling is slechts erop te wijzen dat huis en meubelen bij elkaar behoorden, een eenheid vormden. De muurstijlen en de deur, de schemel en de tafel, alle waren zij van lichtbruin inlandsch eikenhout, dat door den tijd donkerbruin werd, terwijl de men- schen van nu denken dat de prachtige oude kasten 171

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 175