De klokgevel is niet ouder of jonger dan de andere geveltypen, wordt gelijktijdig toegepast met de vele andere vormen. Men wachte zich ervoor een histori sche opvolging te zien in de verschillende soorten top gevels. Wel is er een kunsthistorische volgorde in de verdeeling der gevelvlakken en vooral in den vorm der vensters en in de afmeting der glasruiten. De glasruiten blijven vrijwel dezelfde verhouding, dezelf de richting van de diagonaal behouden, maar worden steeds grooter. De glasroeden worden geleidelijk dik ker. Het halfbolle profiel van de oudste glasroeden met het merkwaardige werkstuk van de doorkruising wordt bij de dikkere glasroeden twee zoogenaamde halveschaafjes, waarmede de naam van dit profiel, dat nu nog zoo heet, duidelijk wordt. De klokgevel komt voor in evenveel variaties als het getal der aanwezige voorbeelden. Geen twee zijn er precies gelijk. Dat is het aardige van den menschelij- ken arbeid, van het ambacht. De vormen der versie ring gaan mede met de mode, den stijl van den tijd. De oudste nog niet, maar spoedig daarna wel. Dan ko men aan de onderdeden de vormen van den Lodewijk XIV stijl, met steeds weelderiger krullen en sieraden van Rococo en Louis XV stijl, met vruchtentrossen op de ingezwenkte banden. Tot in het eind der achttiende eeuw handhaaft zich de klokgevel, met Louis XVI- versierselen. Een der oudste klokgevels is die van het huis Keizersgracht 716, op den hoek van de Regu liersgracht, van ongeveer 1670; de laatst bekende is die van het huis aan den Singel no. 145 bij de Toren- sluis, te schatten op 1790. Deze is in late Louis XVI vormen. De Amsterdamsche klokgevels zijn dus meer dan honderd jaar gemaakt. De burgerbazen die deze huizen bouwden, zullen ge werkt hebben naar aanwezige modellen of naar voor- 140

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 144