behoort er niet op, is een achttiende-eeuwsche mode
geweest. Niettemin vormen de donker geoliede of ge
verfde baksteenen gevels met de lichtgeel geverfde
toppen een schilderachtig geheel. Maar men mag
bij een restauratie best eenige van de korst verf ont
doen en dan door de natuur laten bijkleuren. Om een
indruk te krijgen van de kleur der gevels in verschil
lende tijden, is het goed in de musea de topographische
schilderijen te bezichtigen. Men zal dan tevens op
merken, dat de ramen nu eens groen, dan wit geschil
derd zijn.
De halsgevel ging, als alle onderdeelen van huis en
meubilair, mede met de stijluitingen van den tijd. Het
classicisme bracht er de pilasters in met basementen,
kapiteelen en kroonlijsten, soms eenige hoofdgestellen
boven elkaar. Toen de Lodewijkstijlen van Versailles
naar Amsterdam kwamen, gaven deze de vormen van
ornament aan de klauwstukken der halsgevels, aan de
portieken der buitendeuren, aan het snijwerk der snij-
ramen in de bovenlichten van de deuren en aan het
smeedwerk der vergulde snijraamhekken daarachter,
aan de gegoten ijzeren balusters en het steenen sieraad
van de hooge stoepen. Zoo komen achtereenvolgens de
Louis XIV halsgevels, die in Louis XV en Rococo-
vormen. Zoo lang handhaafde zich de halsgevel, dat
deze zelfs tot in de stijlperiode Louis XVI bleef. In de
Prinsenstraat, het huis no. 12, is de eenige Louis XVI
stijl halsgevel van Amsterdam.
Het is merkwaardig dat, terwijl in Amsterdam reeds
meer dan honderd jaar lang geheel andere typen ge
vels gemaakt werden, grachtenpaleizen met recht be
ëindigde gevels en velerlei andere vormen, de hals
gevel als echt Amsterdamsche volkskunst hardnekkig
stand bleef houden. De oudst gedateerde halsgevel is
die van 1638, een der huizen van Vingboons aan de
136