maakt door de toevoeging van een hoofdstuk over den
historischen groei van den plattegrond van het Amster-
damsche woonhuis. Dit onderwerp is nog niet eerder
ter hand genomen. Toch is het zoo belangrijk omdat
de ontwikkeling van den plattegrond gelijken tred
houdt met de uitwendige en inwendige vormgeving
van het woonhuis, koopmanshuis en heerenhuis. Daar
bij werden een zestal plattegronden afgebeeld, die met
de reeds opgenomen plattegronden een serie vormen
waarin de belangrijkste opvolgende typen zijn vast
gelegd en waaruit blijkt hoe de gangbare indeeling
van het Amsterdamsche heerenhuis met de binnen
plaats is ontstaan.
Verder kan met verheugenis worden medegedeeld dat
de fraaie klauwstukken in vroegen renaissancestijl van
het afgebroken huis Kerkstraat 375 tegenover het Am-
stelveld zijn teruggevonden en nu afgebeeld en ver
meld zijn aan het eind van Hoofdstuk IV.
Moge mijn boek een opwekking zijn in dezen droevigen
tijd.
Amsterdam, voorjaar 1943. DE SCHRIJVER.
BIJ DEN VIERDEN DRUK
De oorlog is voorbij, het schrikbewind ten einde.
Wat staat ons nu beter te doen dan op te bouwen in
nationalen zin?
Voor dezen druk is studie gemaakt van het dubbele
heerenhuis, met als gevolg dat het Hoofdstuk XV, de
Plattegrond is uitgebreid met een aantal plattegronden
van grachtpaleizen met de daarbij behoorende toe
lichting.
Amsterdam, Zomer 1945. DE SCHRIJVER.
9