twee andere cijfers zijn met het belendende huisje verdwenen. Caspar Philips beeldt in zijn grachten boek beide huisjes af, maar zonder het jaartal. De beëindiging van beide genoemde gevels is met een driehoekig sieraad, een frontispice, een vorm ontleend aan de voorbeeldenboeken en ordeboeken. Er is dus reeds een klein stukje import bij, een onderdeel dat uit 't grijs verleden van den Griekschen tempel komt. Het geveltje Heerengracht 38 is in alle onderdeden van profielen en lijsten uitermate dun en ook op den kant dun, als herinnering aan de oudere Renaissance- gevels. Een volgende samenstelling is de twee bovenste trap pen gezamenlijk van een groot klauwstuk te voorzien, dus aan elke zijde eerst een klein en daarop een groot klauwstuk en bovenop een recht of gebogen fronton. Dit is de verhoogde halsgevel. Een fraai voorbeeld is de gevel van Philippe Vingboons aan de Oude Turf markt, stille zijde Rokin, nummer 145 van 1641. Door de verbreeding van de Vijzelstraat is dit eenige jaren geleden gerestaureerde huis volop in het gezicht ge komen. Er zijn meer voorbeelden van dit type, hoe wel niet overdadig. Hoe ouder type, hoe minder er van over zijn. En niet elke tijd was even vruchtbaar. Een mooi voorbeeld is het huis Heerengracht 59, dat eigendom van de vereeniging Hendrick de Keyser is, met een jaarsteen 1657. De klauwstukken. eerst versierd met groote krullen, worden nu geleidelijk meer geornamenteerd. Om ze flink groot te maken begonnen ze reeds onderaan, en maakten den gevel tot den halsgevel, wel den meest typeerenden vorm voor Amsterdam, die hier in dui zendvoudige verscheidenheid voorkomt en elders niet of slechts sporadisch en dan veelal door Amsterdam mers gemaakt. De klauwstukken bieden gelegenheid 130

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 134