De architectonische nalatenschap van Philippe Ving- boons en zijn tijd is voor onze stad en voor de studie der kunstgeschiedenis van groote waarde. In de reeds genoemde twee boeken zijn bij vrijwel alle bouwwer ken de namen der bouwheeren vermeld en de jaar cijfers. Het eerst vermelde jaartal is 1638, het huis aan de Heerengracht 168, dat bewaard gebleven is; het laatste jaartal is 1669, twee huizen aan de Hee rengracht hoek Spiegelstraat, die verdwenen zijn. Philippe Vingboons heeft medewerkers gehad, Johan- nes Vingboons en Justus Vingboons. De juiste ver houding is nog niet bekend. In het eerste boek met koperprenten is Philippe Vingboons als de architect aangegeven en als graveur J. Vingboons. In het twee de boek is als architect vermeld Philippe Vingboons. In het derde boek van de Trip-huizen is Justus Ving boons als de ontwerper, Johannes Vingboons als de graveur genoemd. Van de koperprenten uit Vingboons' boeken kunnen we veel leeren. Eerst merken we op dat tal van onder deden schetsmatig en steeds op dezelfde wijze zijn af gebeeld. De profielen van de hoofdgestellen - dat is het samenstel van zuil met kroonlijst - van de base menten, kapiteelen en lijsten zijn slechts met een enkel lijntje aangegeven. We moeten daaruit afleiden dat de burgerbaas of steenhouwer die dit boek als voor beeldenboek gebruikte, wel wist hoe die onderdeden gemaakt moesten worden, want dat was uitvoerig aangegeven in het „ordenboek" waarvan hij wel een exemplaar bezat. Er bestaan, zooals reeds vermeld werd, tal van uitgaven der ordenboeken. Toch zijn deze oude boeken zeldzaam. Dat komt omdat ze in werk plaatsen gebruikt werden en daar versleten raakten en teloor gingen. Ook merken we op dat de vensters een vormig geteekend werden, kruisvensters met onder 112

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 116