het huis. Dit vertrek heeft vensters aan de binnen
plaats, doch voornamelijk aan de achterzijde van het
erf, waar een tuin gemaakt wordt, die zoowel siertuin
als groententuin is. Aan dezen tuin liggen tegen het
huis gebouwde groote kasten en soms achterin een
tuinhuis, voor berging en later voor de poederpruiken,
waarvoor in dit tuinhuis twee deuren waren, één voor
toegang tot een gezellige tuinkamer en één voor het
poederhok. Mede in verband met deze opstelling en
wegens de samengesteldheid van de woning, kwamen
er knechts- en meidenkamers op de bovenverdiepin
gen. Voor slaapplaats waren in de kamers vele bed
steden. Vaste kasten waren er niet. De kasten waren
losse meubelen, van eikenhout, ook wel van West-
Indische houtsoorten gemaakt, door de steeds donker
der wordende kleur pittig afstekend tegen den witten
wand met een plint van kleurige tegels, meubelen die
in onzen tijd tot kostbare oudheden geworden zijn. De
sanitaire verzorging was nog uiterst eenvoudig. De
privaten kwamen in de kamers of op de binnenplaats
uit. De watervoorziening bestond uit een gemetselden
regenbak met een emmertje en een puthaak, later met
een pomp met fraaie koperen kranen in de keuken in
het onderhuis onder de achterzaal.
Philippe Vingboons maakte gevels van velerlei soort.
Hij maakte echt Amsterdamsche gevels met hoogen
gevelhals, soms nog verwant aan den trapgevel. Ook
maakte hij recht beëindigde gevels, breed van aanleg.
Een voorbeeld van de eerste groep kan men zien aan
de stille zijde van het Rokin, de Oude Turfmarkt no.
145 tegenover het Muntplein. Een majestueus voor
beeld van de recht beëindigde gevels is te bewonde
ren aan de Trip-huizen aan den Kloveniersburgwal
bij de Nieuwmarkt. Wat deze gevels gemeen heb
ben is de classieke ordonnantie, met pilasterorden.
106