smaak van het tijdvak. Jammer is, dat men in 1884
deze banken „in den stijl" heeft uitgebreid!
De aandacht wordt verder vooral gevestigd op het
koor, en daar vallen in de eerste plaats de geschil
derde vensters op. Het is nog maar een klein over
schot van de oude pracht! Immers in de jaren na
den kerkbrand van 1539 zijn de kerkmeesters erin
geslaagd om al de groote vensters, 24 in getal, van
gebrande glazen te voorzien, welke door de hoog-
sten in den lande aan de kerk werden geschonken,
en waaraan de beste kunstenaars van den tijd hun
krachten hebben besteed. De ongunst der tijden en
niet minder schandelijke verwaarloozing hebben
vrijwel de geheele reeks doen verloren gaan1).
Toch zijn er nog twee der oude ramen, dank zij een
kundige, ingrijpende restauratie, in hoofdzaak be
waard gebleven. Zij kunnen ons nog een denkbeeld
geven van het effect, dat de kerk in haar zestiende-
eeuwschen staat moet hebben gemaakt2).
In het middenvenster aan de Oostzijde is het bo
venste gedeelte bewaard van het raam, dat Keizer
Karei V in 1547 geschonken heeft. Men ziet den
gekroonden Keizer gehuld in een met paarlen be
stikten mantel van een prachtig goudgele kleur,
geknield voor een bidbank waarachter de Maagd
Maria met het Kind. Het benedengedeelte, de
verschillende kwartieren van 's Keizers wapen
Van verschillende ramen zijn nog kleine fragmenten
bewaard, welke in het Gemeentemuseum worden ten
toongesteld.
2) Schrijver dezes behandelde de ramen der St. Jacobs-
kerk in Oud Holland, 1918.
30