dan gevoelen wij er terstond, dat daar inder
daad de middeleeuwen nog aanwezig zijn en do-
mineeren door de indrukwekkende vormen van
het in het midden liggende hoofdgebouw, ondanks
het feit, dat de geheele omgeving, de geheele krans
van hofgebouwen, welke gaandeweg rondom dat
centrum is ontstaan, den invloed van later tijden
door verbouw of nieuwen bouw zoo sterk hebben
ondergaan, dat zij eerder van die perioden dan van
den oudsten tijd medespreken. Zij schikken zich
echter als het ware toch in de sfeer van het oude
gravenpaleis. Niet dat dit daar ongeschonden
staat; daarvoor heeft het de eeuwen te sterk mede
geleefd; aanbouwen, verbouwingen, vernielende
rampen, verwaarloozing, herstel, restauratie elk
dezer fasen heeft het gebouw gekend, en de laatst
genoemde, welke het huidig uiterlijk en innerlijk
verschijnen van het bouwwerk heeft bepaald, is
niet de minst ingrijpende geweest.
Het oudste stuk, dat ons nog uit Koning Willems
dagen rest, en dat wij het best kunnen zien als wij,
van het Plein komend, de Grenadierspoort zijn
doorgegaan, rijst met vlakke gevels hoog voor ons
op. Meest rechts treft ons de strenge vorm der wei
nige vensters, die óf geheel recht zijn afgesloten, in
het midden gedeeld door een slanke hardsteenen
kolom, óf op de bovenste verdieping romaan-
sche boogafsluitingen hebben welke op een der
gelijke kolom steun vinden. Aan de hoeken vindt
men slanke torens, waarvan er twee, noordelijk
een vierkante, zuidelijk een ronde, traptorens zijn
(Afb. 2).
18