onderging, was de Gasthuiskerk. We zagen reeds, dat het
kerkdak en de torenspits in vlammen opgingen en naar
den stijl te oordeelen werd
nu het bovenste, bescha
digde muurwerk van den
toren vervangen en op
nieuw opgetrokken met
een versiering van over-
hoeks geplaatste natuur-
steenen vierkanten in een
horizontalen band. Het ge
heel werd daarna bekroond
door de prachtige laat-go-
thische spits, die we nog
kunnen bewonderen en
waarbij op het aanbrengen
van een beiaard gerekend
werd (zie afb. 18). Daar
ook de oude klok bij den
brand verloren gegaan zal
zijn, goot men in 1533 een
nieuwe om haar plaats in
te nemen en gaf deze het
volgend opschrift:
Ignacius is mynen naem
My geluyt zy Gode be-
[quaem
Jaspar Moer heeft my ghe-
[maeckt
Int jaer ons heeren 1533.
Nu doet deze klok als
bas-klok van den beiaard
dienst. Ook zien we in 1544
de Schepenen met de Bur
gemeesters en de Gasthuis-
meesters op bezoek bij Jan
van Rhynen om daar een
nieuw uurwerk aan te be-
steden en wordt aan Jorien
den timmerman opgedra
gen om in den toren twee' -z
ii. Reconstructie van den
Markt 3, naar een teekening
van Zeitz ige eeuw)
lders te maken „voer die
67