verkrijgen, deze allen steun bij de steden vond. Vele jaren
duurde de strijd, waarbij Arnouds aanhangers steun zochten
bij Karei den Stoute met het gevolg dat deze in 1473 na
Arnouds dood het bewind over het gewest zelf in handen
nam.
Hij trok met een groot leger het gewest binnen, nam
Nijmegen in en hierna gaven ook de andere steden, waaronder
Bommel, zich in 1473 over aan het Bourgondische gezag.
Na zijn dood echter stond de nationalistische groep,
waarvan Nijmegen de leiding had en waartoe ook Bommel
behoorde, dadelijk gereed het gewest aan den overheer-
scher te ontrukken ten bate van Adolfs jongen zoon Karei
van Egmond. Zoolang de zoon van Karei den Stoute, Maxi-
miliaan, in een oorlog met Frankrijk was gewikkeld, bestre
den Bourgondiërs en Geldersch-nationalen elkaar tot groot
nadeel van land en steden„overmits het kryghsvolk over
en weder het stroopen niet en konde afwennen". Maar
zoodra kreeg Maximiliaan de handen niet vrij of onder
den dwang van de invallende legers moest de eene stad
na de andere het hoofd opnieuw onder het vreemde juk
buigen. Bommel komt hierbij de eer toe een aanval van de
legers, die uit Brabant oprukten, te hebben weerstaan in
1481 en de „Burgoensse, met bloedige hoofden en beschaemde
kaeken van haere vesten te keeren", een heldhaftig feit dat
op een steen in de Bosschepoort als volgt werd vastgelegd:
IgnaCII VIr LVCe sCIes boMeL eXpVLIt hostes
waarvan de hoofdletters opgeteld het jaartal geven.
Toch moest ook deze stad ten laatste toegeven, toen het
gewest Maximiliaan als vorst erkende. Het resultaat was een
periode van groote duurte, zoodat men in 1483 in Bommel
voor „een malder weytz vijf rynse guldens" geven moest,
in 1485 voor „een malder souts" eerst „seven-en-twintig
stuyvers" en later zelfs „twe rynse guldens" en in 1491
„omtrent St. Marten" voor „een malder weytz negen en
een halve gulden", zooals de kroniek met ontsteltenis ver
meldt.
Het bleef een groote grief voor de Gelderschen, hun vrij
heid kwijt te zijn. Konden ze vroeger tegen hun hertog
groote woorden gebruiken, nu hadden ze te zwijgen en het
zal dan ook om vele redenen een groote vreugde geweest
Bij het lichten van St. Ignatiusdag heeft de weerbare man
schap de vijanden van Bommel verjaagd.
41