gen, waardoor het aantal werkende hamers tot 44 (van het
totale aantal van 59) uitgebreid kon worden, zoodat men er
vluggere wijsjes mee kon spelen, daar op één klok meer
dan een, soms zelfs vier hamers, achtereenvolgens konden
slaan. Dit werk, met het aanbrengen van nieuwe „splinters,
tuimelaars, houwvasten en klavieren", werd verricht door
den smid Henricus van Voorden.
Het volgend jaar wordt aan den klokkengieter Bouvrie uit
Maastricht opgedragen den beiaard verder te completeeren
met nog vijf kleine klokjes, te leveren tegen 36 stuivers het
pond. Zoo werd de omvang nog vergroot tot f'", vrijwel
den hoogsten bij klokken te bereiken toon. Vader en zoon
Bouvrie kwamen naar Bommel over om het spel verder te
inspecteeren, in 1735 werden de klokjes gegoten en in 1736
was alles gereed. Hoewel het geheel nu door den beiaardier
van Amersfoort gekeurd en in orde bevonden werd, kan deze
laatste toevoeging van onwelluidende klokken, waarvan de
d'" zelfs zeer slecht klinkt, geen groote aanwinst worden
genoemd.
De Gasthuiskerk had ondertusschen ook den loop der ge
beurtenissen gevolgd. Van 1615 tot 1618 was zij aan de
Waalsche gemeente toegewezen, die vooral bestond door het
Fransche garnizoen en opnieuw was dit het geval van 1686
tot 1705, toen Jacques Roussier er predikant was. Later werd
toegestaan dat de Luthersche gemeente haar benutte op de
tijden dat de Gereformeerden er geen gebruik van maakten.
Na tot legering van troepen, als vleeschhal en als rijschool
gebruikt te zijn, werd de kerk ten slotte weer door het Gast
huis aangekocht en, in kamers onderverdeeld, in gebruik
genomen.
De beide Weeshuizen: het Armen- en het Burgerweeshuis
werden in deze eeuw en wel in 1745 tot één Godshuis ver-
eenigd, het nog bestaande „Gecombineerde Weeshuis der
Hervormden." In het Burgerweeshuis werd nu een Oliemolen
gevestigd, waarnaar het einde van de Nonnenstraat nog
wel de Olie-hoek genoemd wordt, terwijl de stichting zelf
in het Weeshuis aan het Kerkhof gevestigd werd.
De hardsteenen bovendorpel van een gesloopt gebouw
draagt tot opschrift „1771 weeshuys" om het wapen van
de stad, waaruit is op te maken, dat in dit jaar een nieuw
gebouw voor de gecombineerde instelling tot stand kwam,
ongeveer op de zelfde plaats, op den hoek van het Kerkplein,
even westelijk van het tegenwoordige gebouw. Een oude
113
8*