bovendien de magistraat met kwistige hand over zijn in
komsten om er alles wat direct of indirect met de verzorging
van de armen te maken had uit te betalen. Stadsgenees-
heeren, chirurgijns, vroedvrouwen en matressen (onder
wijzeressen voor de kleine kinderen) ontvingen er hun
salaris uit, maar ook was het verband met de armen wel eens
heelemaal zoek en werden er rustig reis- en verblijfkosten
van de regenten, reparatiën van dijken en arbeidsloon
voor stedelijke werken uit voldaan.
In 1794 kwam echter zooals we zagen aan deze opper
macht van de regenten een einde, het beheer wordt overge
nomen door commissarissen, drie uit den raad, met drie
(later vijf) uit de burgerij en deze laatsten meenden al
spoedig geheel zelfstandig zonder de raadscommissarissen
op te kunnen treden.
Ook werd nu de bestemming geheel veranderd en in 1798
verklaren deze burgercommissarissen, dat het Gasthuis in
het geheel niet verplicht was tot bedeelingen en uitsluitend
voor ziekenverpleging diende. In 1810 wordt het dan ook
officieel tot een „Hospice de malades" gemaakt. Later blijft
deze bestemming bestaan, maar toch werd in de eerste jaren
na de overheersching de bedeeling weer in ruime mate
opgevat.
Ook de Gasthuistoren had in de 18e eeuw de zorg van het
stadsbestuur. In 1721 worden bij den zeer bekwamen
Amsterdamschen klokkengieter Jan Albert de Grave drie
nieuwe klokjes besteld, die de hoogere tonen vormen en,
in aansluiting bij de klokken van Hemony, den omvang tot
twee volle octaven vergrootten. Nog was men echter niet
met dezen beiaard tevreden, want tien jaar later worden
opnieuw wijzigingen aangebracht.
Het behoorde in deze jaren nu eenmaal tot den goeden
toon een flink klokkenspel te hebben en zelfs de kleinere
plaatsen getroostten zich hiervoor graag aanzienlijke finan-
cieele offers. In 1733 werd aan den horlogemaker Mynis het
boren van 1400 gaten in de ,,ton" van het speelwerk opge
dragen, waaruit blijkt, dat toen het huidige uurwerk reeds
bestond. Immers we zien nog duidelijk, dat in* het rechterdeel
van de metalen trommel 1316 gaten bijgeboord zijn, terwijl
toen tevens 29 smalle klavieren de oude 15 breedere vervin-
Benaming afkomstig uit den tijd, dat deze nog uit hout werd ge
maakt.
112