Bij het tafereel van het Brabantsche dorp mag het
klooster niet ongenoemd blijven. In Brabant is dat een
verschijning van eigen bodem, zóó karakteristiek dat
de bevolking de aanwezigheid van een of meer kloos
ters in een dorp als de natuurlijkste zaak ter wereld
beschouwt.
In het schetsje van de oergeschiedenis van Brabant
hebben wij de kloosters reeds vermeld. De kloosterlin
gen zijn de bouwers en ontginners van het oude Bra
bant geweest. Van den grond en van de geesten. In de
gewestelijke cultuur is iets van de alleroudste klooster
cultuur overgebleven, zooals de gastvrijheid die steeds
een kenmerk van Brabant was en de gulheid jegens
vrienden en bezoekers, om slechts een paar eenvou
dige eigenschappen te noemen.
Gedurende de middeleeuwen was Brabant zeer rijk aan
kloosters, zoowel in de steden als op het platteland. Na
1648 zijn zij vrijwel alle, bijna spoorloos, verdwenen,
omdat hun voortbestaan binnen het Generaliteitsland
verboden was. Een enkel fragment uit de vijftiende
eeuw bleef te St. Agatha bij Cuyk bewaard. Voor de
rest moet onze verbeelding zich tevreden stellen met
geschreven historie. De zeventiende eeuw zag binnen
Brabant enkele kloosters verrijzen op terrein waar de
Republiek der Vereenigde Provinciën niets te vertellen
had, zooals in Velp bij Grave, waar het eerbiedwaar
dige, zeer eenvoudige en karakteristieke klooster-van de
Capucijnen in 1645 huisvesting bood aan de klooster
lingen die uit 's Hertogenbosch waren verdreven, in
Oosterhout waar de Norbertinessen in haar proosdij van
St. Catharinadal (1647) de bescherming van het Huis
van Oranje genoten, in Boxmeer met zijn stijlvol
Carmelieten-klooster, - in Huybergen, waar de opge
heven orde der Wilhelmieten thuis was.
De eigenlijke herleving van het kloosterwezen in Noord-
Brabant jaarteekent van 1840.'t Was Koning Willem II,
de vriend van Brabant, die terstond na de aanvaarding
58