35
re getal van arme studenten hen willende begeven totten
geestelijken staet, religie ende professie." Deze school
heeft niet enkel alle stormen overleefd, maar geniet nog
steeds haar bijzondere faam. De orde behield Gemert
als een vrije Rijksheerlijkheid tot 1795, toen de ridders
bij de komst van de Franschen uitweken naar Dussel-
dorp. Door deze staatkundige uitzonderingspositie kon
den de bewoners van Gemert, in tegenstelling tot de
overige ingezetenen van Staats-Brabant, hun kerkelijke
plichten vrij blijven vervullen. Op dit territorium kon
den de Staten-Generaal de uitoefening van den katho
lieken godsdienst niet verbieden. De oude kapelletjes
van Gemert zijn onder het bewind van de republiek
niet opgeruimd; zij staan er nog. Nadat Napoleon in
1809 de Duitsche orde opgeheven en haar goederen ver
beurd verklaard had, geraakte het kasteel in andere
handen. Napoleon schonk het aan den maarschalk Oudi-
not, hertog van Reggio, die het aan jhr A. van Riems
dijk te Maastricht verkocht. De bijgebouwen werden
verhuurd. Fransche Jezuieten kochten in 1880 het kas
teel, dat in 1883 geheel uitbrandde; enkel de muren
bleven staan. Het werd herbouwd, maar dit zou thans
beter gebeuren. Van 1901 tot 1920 gebruikten de eige
naars het kasteel als studiehuis, hun orde was uit
Frankrijk verdreven maar bij het begin van den eer
sten wereldoorlog vertrokken zij tot den laatsten man
om hun vaderland te dienen. Sinds 1928 is het kasteel
in gebruik als studiehuis van de Congregatie van den
H. Geest; bij het begin van den oorlog in Nederland
werd een nieuw-gebouwd deel verwoest.
Mogen wij het huis Bouvigne te Ginneken een kasteel
tje noemen? Eigenlijk niet. Maar het staat daar nabij
de zware mastbosschen zoo sierlijk en zoo aanlokkelijk,
dat wij het gaarne met dien romantischen naam tooien.
Baksteen en bergsteen wisselen elkaar af in het bouw
werk dat door Van der Steur in 1935 gerestaureerd
werd. Het bestond al als Bouwerije in de 13de eeuw en