32 mandeur Reynaert van Husen, met machtiging van Her togin Johanna van Brabant, besluit tot den bouw van het Kasteel van Gemert. Geoorloofd werd „dat wij op onse goeden van Gemert binnen keuren lande van Bra bant gelegen, metsen, timmeren ende bouwen moghen, alsoo vele ende alsoo sterck als ons geneugen zal, om ons ende onse goeden aldaer voertaen te bat beheut ende bevrijt te sijn." Beloofd werd „dat 'tselve hwys onse voirs. genedige vrouwe ende keuren erfven, Her togen van Brabant, altoos als sy ons oft den genen die van onsen twegen opt voirs. huys syn sal, des versuecken sullen met hunnen brieven, dat voirs. huys sullen openen ende leveren sonder vertreck, om hun daermit ende daer vuyt met hunne vrienden, hul per en ende dieneren te behelpen, alsoo langhe ende alsoo duck als hun des noet gebeuren sal, oft dat sys behoeven, op heuren cost ende sonder onse oft onzer ordene oft den voirs. huys schade oft verlies, Door de aanwezigheid van de strijdvaardige ridders was Gemert een afzonderlijk staatje in Brabant. Vol gens den historicus G. van Elzen, die de geschiedenis van de Latijnsche School te Gemert beschreef, hebben de Duitsche Heeren zoowel het geestelijk als het bur gerlijk bestuur van Gemert tot aan de Fransche Revo lutie in handen gehad en er veel goeds tot stand ge bracht. „Er bestaan nog verscheidene oorkonden, waarbij de Gemertschen door bemiddeling van de zorgzame rid ders van oorlogschattingen, belastingen of plunderin gen worden vrijgesproken. In één woord, Gemert was onder hun bestuur, door hunne hulpvaardigheid en hunne macht veel gelukkiger dan de omliggende dorpen en het is geen wonder, dat er een onbeschrijfelijk ge jubel opging, toen in 1662 de heerlijkheid, waarvan de staatschen zich hadden meester gemaakt, aan de orde verzekerd werd, hoe hard de voorwaarden ook mochten zijn, welke hun daarbij werden opgelegd." In het jaar

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 36