HOOFDSTUK I
BRABANTS VORM EN O E R-
BEWON ERS
1 loeveel eeuwen heeft de natuur nood'ig gehad om het
tegenwoordige Noord-Brabant te vormen? Wij weten
het niet. Door de onderzoekingen van de natuurvor-
schers zijn wij thans tot de wetenschap gekomen, dat
Noord-Brabant reeds verscheidene tienduizend jaren
vóór Christus' geboorte bewoond werd. Maar voordat
de eerste mensch hier zijn woontent opsloeg, heeft de
natuur den bodem gekneed en herkneed, totdat hij
werd wat wij thans Noord-Brabant noemen.
De ontleders van den grond hebben vrij nauwkeurig
kunnen vaststellen hoe deze in den loop van zeer vele
eeuwen geworden is. Wie thans, ook maar oppervlak
kig, de gedaante van Noord-Brabant bekijkt, zal zelf
kunnen ervaren dat de wateren uit het zuiden de figuur
van dit gewest hebben gevormd en nóg vormen. Het
geheele gewest is als een schuin vlak, dalend van zuid
naar noord.
De hoogste zuidelijke gronden liggen op ongeveer
40 meter boven A.P., de noordelijke op ongeveer 3.
Tusschen Schelde en Maas vloeien de riviertjes de Mark,
de Donge, de Dommel en de Aa, die zich uitstorten in
breede kommen en langs de groote rivieren den weg
naar de zee vinden.
Omstreeks 3000 jaar voor Christus ontstond in Noord-
Brabant een bevolking die zich hechtte aan den bodem
in de hoogere streken. Dit is gebleken uit de opgravin
gen, waarbij allerlei voorwerpen en vormen uit dien
tijd te voorschijn kwamen. Maar deze bevolking was
nog zeer dun gezaaid. Eerst omstreeks 700 jaar v. Chr.
vestigden zich hier Kelten uit het Rijnland, die door de
10