En in den zuidwesthoek is er de Schelde, waarvan De- siderius Erasmus, toen hij te Halsteren zijn eerste wer ken schreef, den lof heeft gezongen. In 1494 verbleef de 25-jarige Erasmus, als secretaris van bisschop Hen drik van Bergen op het kasteel te Halsteren. In zijn verhandeling „Antibarbari" te Steijn bij Gouda begon nen, te Halsteren herzien en uitgewerkt, schreef hij „Toen ik nog een jonge man was, woedde bij ons vree- selijk de pest. Uit zucht naar zelfbehoud begaf ik mij jwntsn toen naar het platteland van Brabant, zoo gezond en aangenaam tevens, dat die plaats mij allergeschiktst leek, niet slechts om gezond te blijven, maar evenzeer om mij aan de studie te wijden Nauwelijks vertoont zich de dageraad of wij staan op en zoeken de letteren; de heldere hemel lokt ons naar huiten. Wij maken een wandeling in de omgeving en ik toon aan mijn gast de ligging van de streek en het natuurschoon." Bij de beken en riviertjes behoorden tot in de vorige eeuw de watermolens, zooals bij de binnenwegen de windmolens. De watermolens vervulden een economi sche functie in het middeleeuwsche leven hoeveel 104 Fig. 24

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 116