60 gravure toe. De afbeeldingen werden vrijer, losser en leniger, soms ook schilderachtiger. Voor het versieren van boekwerken als hier bedoeld, was de ets bijzonder geschikt en zou eenige eeuwen achtereen, naast haar oudere zuster, de kopergravure, het terrein behouden. Een der oudste stadsbeschrijvingen, die met etsen ver lucht is, is voor zoover wij konden nagaan die van Samuel Ampsing geweest, van 1628. In dit werk treffen wij ook de vroegste teekeningen van Pieter Saenredam, die later op het gebied der architectuurschildering de grootste meester zou worden. Behalve twee etsen, die blijkbaar van zijn eigen hand zijn, heeft Jan van de Velde (1593-1641) er eenige naar Saenredams teeke ningen geleverd, alle gezichten in Haarlem. Naast deze zeer fraaie bladen treffen wij er van Willem Akersloot (werkte 1624-1633), eveneens nauwkeurig en goed uitgevoerde prenten. Een der merkwaardigste uitgaven uit die jaren is die van-Caspar Barleus, geschreven ter gelegenheid van het bezoek van Maria de Medicis aan Amsterdam in 1638. Het is wellicht de eerste verzameling etsen in groote formaten. Zij geven verschillende tafereelen uit de feest viering, maar tevens alleraardigste beelden van Am sterdam te zien. Zij zijn vervaardigd door Salomon Sav(e)ry 1594—na 1664), een lid uit een bekende kunstenaarsfamilie. De etskunst zou weldra, met Rembrandt aan het hoofd, haar grootsten bloei beleven. Meer en meer zien wij de kunstenaars dier jaren hun concepties in de nieuwe artistieke techniek uitvoeren. Doch ook zullen meer en meer meesters zich voor het stadsgezicht gaan interes seeren. De pioniers als Claes Visscher, Simon Frisius, Jan van de Velde en anderen, hadden de wegen voor hen geopend en met enthousiasme hebben zij deze be treden. Een der merkwaardigste figuren uit het tweede kwart der eeuw is ongetwijfeld Reinier Nooms Zeeman

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 67