verhaalt, hoe men zijn „perspectiven met verwonderinge
beschouwde", hoe men weddenschappen aanging inzake
„twee half open staende deuren" waardoor men in een
portaal en op een trap zag, waarvan men beweerde,
dat het „een natuerlijcke open deur was", en dat de
verliezers, toen zij hun „gelach bier, een ton boter en
derghelijcke" kwijt waren, wenschten dat „des schil
ders handen mochten bedreckt wesen". Elders had hij
een lamp geschilderd, waarvan men meende „datter een
natuerlijcke en brandende lampe hangt". Van Hans'
zoon Paul weet Van Mander te vertellen, dat „ter be-
gheerte van den Keijser maeckte hij in de Salette een
Perspectyf met een doorsiende Galerije in eenen Hof
met een Fonteijne, alwaer de Keijser als hem vergis
sende dikwijls meende door heen te gaen Notities
als deze toonen aan hoe men - d.w.z. de leeken van
toenmaals de kunst der perspectivische verkortingen
als een artistieke goochelarij hebben beschouwd en
haar met stomme verbazing gadegeslagen. Maar ook
de kunstbroeders van Hans Vredeman, voor wien het
gebied der perspectief vol voetangels en klemmen, vol
angsten en gevaren was, hebben hoog tegen den meester
opgezien en hem om zijn knapheid geprezen. Het was
zeker de schuld niet van Hans Vredeman de Vries
zelf, dat hij, ondanks de aanbeveling van Prins Mau-
rits, zich niet benoemd zag tot hoogleSRar in de weten
schap der perspectief en verwante vakken aan de hoo-
geschool te Leiden. Simon Frisius is ongetwijfeld een
groot bewonderaar van Hans Vredeman, en, naar onze
meening, in zekeren zin zijn leerling geweest. Zijn
„perspectiven" hebben alle constructie-elementen in
zich, die in Hans' boek waren gedoceerd. Zonder feilen
zijn Frisius' afbeeldingen niet gebleven. Hij heeft de
Amsterdamsche Sint Anthonis- en Reguliers-poorten
van te dichtbij geteekend, een 'te geringen afstand er van
genomen en niet een, waardoor het monument met één
blik te overzien zou zijn. En ook met enkele andere
zaken van meer ondergeschikten aard heeft hij de per-
42