40 de blinde, die door een anderen blinde wordt geleid en beiden in het water loopen. De architectuur diende hier ofschoon zeer geprononceerd en duidelijk weer gegeven nog als achtergrond. Het motief is ontleend aan Pieter Bruegel d. O. Als laatste groote Nederlandsche kaartengraveur uit deze periode, moeten wij Balthasar Florisz. van Berckenrode noemen. Niet omdat wij de carthografen van minder belang achten, doch alleen omdat wij hier hun werk uitsluitend kunnen bezien als „inleiding" tot de eigenlijke topografische prent. Het werk der Neder landsche kaartengraveurs verdient ongetwijfeld een speciale verhandeling. Balthasar Florisz. van Berckenrode is vooral bekend geworden door zijn prachtige kaart van Amsterdam van 1625. De kunstenaar is in Delft, ongeveer 1591—'92 geboren, is aldaar, in Amsterdam, in Brabant en in 's-Gravenhage werkzaam geweest en in 1646 overleden. De genoemde kaart geldt als de fraaiste en belangrijkste van Amsterdam. Zij is 1,38 m hoog en 1,61 m breed. De stad is in vogelvlucht geteekend, met zeer nauw keurige weergave van de huizen, grachten, enz. en daar door is de kaart het meest volkomen beeld geworden van Amsterdam in den bloeitijd. Ook wat betreft de artistieke uitvoering is zij een prachtwerk, dat nauwe lijks zijn gelijke vindt. Sierlijk ornament en lijstwerk, fraai letterschrift, levendig gestoffeerd, kortom met al de technische vaardigheid en goeden smaak verzorgd, die kenmerkend zijn voor alle uitgaven op dit gebied in den aanvang van de gouden eeuw. Met Simon Frisius (de Vries), geboren te Harlingen, plm. 1580 en overleden te 's-Gravenhage plm. 1628, is de topografische prentkunst een nieuwe richting inge gaan. Frisius is een bijzondere man geweest. Hij had groote reizen gemaakt, had Rusland, Spanje en Duitsch- land bezocht, in Weimar en Praag gewerkt, was com missaris van Johan Ernst van Saksen-Weimar geweest en was een der vooraanstaande graveurs van zijn tijd.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 45