ten en hoe al deze prenten ook genoemd mogen worden,
de revue laten passeeren en den waardigen stoet nauw
keurig gadeslaan, zal één verschijnsel ons opvallen.
De graveurs en teekenaars hebben ons de steden ver
beeld, gedacht als gezien van boven, van buiten, op
eenigen afstand en van een hoogte, maar gezichten in
de stad hebben zij ons spaarzaam geschonken. Het
„stadsgezicht" in den zin als wij dat begrip heden ten
dage verstaan, zal men voor 1550 in de prentkunst
nauwelijks aantreffen. En toch, indien wij de z.g. vo
gelvluchtverbeeldingen aandachtig beschouwen, zullen
wij er talrijke ontdekken. Weliswaar niet gestoffeerd,
35
Afb. 6. Harderwijk. Gezichten van de landen zeezijde.
Uit: „Stedenatlas" van G. Braun. Plm. 1580.