Tot de ontwikkeling van de topografische graveerkunst
en tot de vorming van topografische kunstenaars heb
ben tot zekere hoogte de geïllustreerde geschiedboeken
en in het bijzonder de reisbeschrijvingen bijgedragen,
die in de laatste helft van de eeuw meer en meer werden
uitgegeven. De belangrijkste van deze uitgaven is on
getwijfeld die van Lodovico Guicciardini geweest „De-
scrittione di tutti i Paesi Bassi, etc.", verschenen in
1581 bij Plantijn te Antwerpen. Het werk was rijk en
fraai geïllustreerd door Fr. en R. Hogenberg en Ferd. en
Ambroise Arsenius, naar teekeningen van Joh. Peeters.
Lodovico Guicciardini was een Florentijnsch edelman,
die echter lang in Antwerpen heeft gewoond, daar be
langrijke zaken deed en geheel ingeburgerd was. Zijn
beschrijvingen had hij reeds in 1567 laten verschijnen
in het Italiaansch en in het Fransch, doch hij wenschte
een mooiere en uitgebreide uitgave van Plantijn. En
Plantijn wilde er een voortreffelijk werk van maken.
Het is het best verzorgde boek geworden, dat in die
jaren in de Scheldestad is verschenen. Plantijn had aan
de magistraat van de voornaamste Nederlandsche ste
den verzocht hem nauwkeurige plattegronden te zen
den. De meesten zijn hem terwille geweest. En indien
dit om een of andere reden niet mogelijk was, zond
Plantijn zijn bekenden teekenaar Pieler van der Borch
om de stad op te meten en te schetsen, o.m. naar Enk
huizen. De eerste uitgave van de „Descrittione" bevatte
reeds zes en vijftig gravuren. Hij had er nog meer
willen geven, doch door den oorlog was hem dat niet
mogelijk. Eerst in de uitgave van 1582 kon hij nog drie
en twintig afbeeldingen toevoegen. Het is een der oud
ste en tevens een der belangrijkste werken van dien
aard, dat niet veel later talrijke navolgers zou vinden.
In 1612 verscheen een Hollandsche uitgave van Guic-
ciardini's Beschrijving en ook deze zou door vele ande
ren gevolgd worden.
De ondernemingen van Christoffel Plantijn, Hierony-
mus Cock, e.a. zijn hoogst belangrijk geweest voor de
31