in koper gegraveerd. Franciscus Monachi uit Mechelen schreef niet veel later - in 1528 - zijn „De Orbis Situ", waarin eveneens gebroken werd met de verouderde wereldbeschouwingen. Niet alleen de wereld, ook het land en de stad hadden de belangstelling van de graveurs gekregen. De oudste kaart van Vlaanderen is zoover wij weten van 1528. De beroemde carthograaf Jacob Roelofsz. van Deven ter, aldaar geboren doch later in Mechelen werkzaam, gaf in 1540 de kaart van Holland, in 1542 die van Gelderland, in 1543 die van Friesland uit. De uitgaven van de plattegronden van de Nederlandsche steden wer den door hem in 1545 begonnen en waren bij zijn over lijden in 1575, nog niet ten einde gebracht. Op de kaar ten van Van Deventer werd voor het eerst de triangu latie toegepast, een methode door Gemma Frisius in 1533 bekend gemaakt. Het aantal „kaartenmakers" en „kaartensnijders" was weldra betrekkelijk groot. Mannen als Peter Draeckx, Antoon van den Wijngaerde, Arnold Nicolai, Bernard van den Putte, Jan en Jacob Surhon, Hans Liefrinck, Hieronymus Cock, Christiaan Sgrooten, Geeraard de Jode, Jan van Schille, Jan en Lucus van Deutecom, de Gebroeders Hogenberg zij hebben zich onsterfelijke namen verworven. De waardige stoet wordt gesloten door de roemrijke carthografen Abraham Ortelius en Geerard Mercator, in wier werken het kaartensnijden der 16de eeuw zijn bekroning heeft gekregen. Men wil, en zeker terecht, het in kaart brengen van landen en steden als een der vruchten van het huma nisme zien. De belangstelling voor het leven buiten de enge grenzen van de eigen stad was algemeen gewor den. Het reizen was moeilijk, kostbaar en tijdroovend. De trekschuit en de diligence bezaten niet de geschikt heden om de wenschen van reislustigen en weetgieri- gen op aanvaardbare wijze te bevredigen. Kaarten en plattegronden moesten den volke de verlangde kennis schenken. 23

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 26