■2-2 8 •n s> jS ttr voor zich opgevorderd, en naast hen Delft, Leiden, Zwolle, Deventer. De vraag of toen nog drukker en houtsnijder al dan niet in één persoon vereenigd waren, is moeilijk te be antwoorden. Wij kennen uit die jaren de namen van bijna alle uitgevers, echter niet van de houtsnijders of illustrators. Dat er onder de drukkers krachten zijn ge- ïE weest, die zelf de houtsnij beitel hebben gehanteerd, is vrij zeker, maar evenzoo kan worden aangetoond, dat zij helpers hebben gehad. In de jaren 1470—'75, waarin de eerste geïllustreerde boeken verschenen, konden zij in ieder geval over min of meer geoefende krachten beschikken. De artistieke heteekenis van de houtsneden was een geheel andere geworden, dan die van de vroe gere devotie-prenten. Niet alleen was de technische uit voering verbeterd, maar vooral werd aan de compositie en aan de teekening meer zorg besteed. In Haarlem hebben wij in den drukker Jacob Bellaert een voortreffelijken houtsnijder. Het is althans zeer 17 S> 3* Afb. 2. Illustratie uit: Fasciculus Temporum" van Werner Roelvink, uitgegeven door Johan Veldenaer Utrecht, 1480. Een der acht houtsneden, die voor het verbeelden van tal van steden is gebruikt. Nederland in de Prentkunst 2

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 20