150
HOOFDSTUK IV
De prent van Adriaen van der Laan, besproken op blz. 105, is
afgebeeld in: Dr. A. Bredius, e.a.: „Amsterdam in de 17de eeuw"
('s-Gravenhage, 1897).
De „Atlas van Fouquet" is herdrukt in 1923 (Amsterdam).
Over de idylle, elegie, pastorale, enz. vindt men in welhaast alle
letterkundige handboeken uitvoerige beschouwingen. Hier is in
het bijzonder gebruik gemaakt van:
Dr. M. M. Prinsen: De Idylle in de achttiende eeuw in het licht
der aesthetische theorieën (Amsterdam, 1934).
HOOFDSTUK V
De oudste Nederlandsche tijdschriften als De Aardbol en Het
Nederlandsch magazijn, zijn in de groote bibliotheken aanwezig.
Over Jan Hendrik Verheijen:
P. T. A. Swillens: Jan Hendrik Verheijen (in: Opgang, 1933,
blz. 566 v.v.).
Over Romantiek:
N. A. Donkersloot: De episode van de vernieuwing onzer poëzie
(proefschrift, 1929). Zeer belangrijke analyse van het wezen der
romantiek.
Encyclopaedisch Handboek van het moderne denken (Arnhem,
1942, tweede druk). Hierin ook beschouwingen over het rea
lisme, impressionisme, enz.
Over de prenten van Wenckebach, is, behalve de uitgaven in den
tekst genoemd, nog te lezen:
A. A. Kok: De prenten van L. IV. R. Wenckebach (in: Maand
blad van den Bond Heemschut no. 2, 1938).
Over de houtsneden van Veldheer en Nieuwenkamp:
Jan Veth: Hollandsche teekenaars van dezen tijd, blz. 182 (Am
sterdam, 1905).