buitengewoon productieve meesters geweest en zeker de
meest populaire figuren hunner jaren. Carel C. A. Last
(1808—1876) heeft veel naar het werk van anderen ge
lithografeerd. Zijn werk is eenigszins droog maar over
het algemeen correct. Michel Mourot (1803—1847)
heeft in Amsterdam, Utrecht, 's-Hertogenbosch, 's-Gra-
venhage en wederom te Amsterdam en Utrecht gewerkt.
Ook hij was hoofdzakelijk reproductie-lithograaf, doch
een enkele maal werkte hij ook naar eigen ontwerpen.
Hij was een bekwaam en accuraat teekenaar. Wij ken
nen van hem uit de jaren 1828-'30 „Gezichten van
buitenplaatsen en gebouwen gelegen tusschen de stad
Utrecht en de Grebbe", waaraan de toen bekende tee
kenaars Willem Hoevenaar, A. Verhoesen, M. A. van
Straaten en T. Soeterik hebben medegewerkt.
Cornelis van Hardenbergh (1755—1843) teekende op
steen zeer uitvoerig 24 gezichten van de oude poorten
en wallen van Utrecht, die op het punt stonden te wor
den afgebroken. Isaac Reijnders (1809-1873) bezorgde
„Twaalf gezichten der stad Leeuwarden" in 1849.
Petrus Jos. Lutgers (1808—1874) is ongetwijfeld de
meest productieve lithograaf van het land en de stad
geweest. Tusschen de jaren 1837—1844 gaf hij een
serie stadsgezichten van Haarlem uit „naar de natuur
geteekend en op steen gebracht". Het is een verzame
ling van niet minder dan 90 zeer fraaie litho's. Doch
ook in andere streken en plaatsen van het land heeft
hij gewerkt. Johannes van Liefland (1809—1861) gaf
in 1858-'59 een uitvoerig plaatwerk, 62 litho's, van
oude gebouwen in Utrecht, een zeer curieus en merk
waardig boek, waarover straks nader. De bekende
„Wandelingen door Nederland" van J. Craandijk ver
schenen met litho's van P. A. Schipperus (1840—1929),
in knappe en voortreffelijke uitvoering.
Het is ondoenlijk om alle lithografen van het stads
gezicht afzonderlijk te vermelden. Er was in het mid
den van de 19de eeuw geen stad van beteekenis meer
of er was een lithograaf of steendrukker gevestigd, die
127