groote steden lithografische inrichtingen en steendruk kerijen opgericht, doch deze namen weldra vak-litho- grafen in dienst, die de teekeningen, schilderijen, enz. van anderen op steen brachten. De lithografie heeft zich gedurende al de jaren van haar bestaan overvloe dig met het reproduceeren van kunstwerken bezig ge houden. Daardoor is het niet altijd mogelijk om de namen van de kunstenaars te noemen. De prenten ver melden wel den ontwerper, schilder of teekenaar en de firma-steendrukker, maar niet altijd den naam van den lithograaf. Vóór 1825 hebben de steen-teekenaars geen stadsge zichten voortgebracht. Een der vroegste werken, dat met litho's met deze onderwerpen is voorzien, is wel licht dat van J. J. de Cloet „Voyage pittoresque dans le Royaume des Pays-Bas" met 202 platen, in 1827— '29 gevolgd door „Chateaux et Monuments des Pays- Bas" met evenzoovele prenten. Deze uitgaven wilden kennelijk een voortzetting zijn van de 18de eeuwsche beschrijvingen en stedengezichten. Het is de eenige collectie in dien omvang gebleven. Weldra zou het karakter èn den inhoud èn het aanzien geheel ver anderen. Een der eerste Nederlandsche meesters, die meer spe ciaal voor het stadsgezicht belangstelling had en een serie prenten met verschillende gezichten uit Amster dam in lithografie heeft uitgevoerd, was de toen hoog gewaardeerde Huib van Hove (1814—1865). Zij ver scheen in 1835. Omtrent hetzelfde jaar deed hij ook een dergelijke serie, op Rotterdam betrekking hebben de, verschijnen. Dit „Souvenir d'Amsterdam", zooals de uitgave betiteld werd, is het sein geweest voor vele drukkerijen en lithografische ateliers om dergelijke uit gaven te bewerken. Weldra had elke stad haar „Sou venirs", „Albums", „Wandelingen", „Gidsen" en „Vues". Groningen vond haar beschrijver in E. J. Diest Lorgion en lithografen in J. H. van den Hout en C. C. A. Last en M. Mourot. De laatstgenoemden zijn 126

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 139